Ons pensioen in 2023 en 2024 volgens het CPB
Volgens het Centraal Planbureau ziet de ontwikkeling van de koopkracht van ons pensioen er somber uit (zie ook de bijlage).
“Werkenden zien hun koopkracht in doorsnee met 0,7% dalen in 2023, maar gaan er in 2024 juist het meest op vooruit (2,2%). De lonen stijgen in 2023 (gemiddeld 4,9%), maar blijven wel achter bij de inflatie (6,5%). De beleidsmatige verhoging van het minimumloon, de verlaging van het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting en de verhoging van de arbeidskorting verzachten de pijn, maar voorkomen niet dat de koopkracht van werkenden in doorsnee toch daalt. In 2024 keert het koopkrachtbeeld. De loongroei (5,0%) haalt dan de inflatie (3,2%) in. Daarnaast werkt in 2024 de hoge inflatie van 2022 door in de indexatie van de heffingskortingen, belastingschijven en toeslagen. Door dit effect en de relatief hoge loongroei in 2024, zien werkenden hun koopkracht in doorsnee stijgen met 2,2%”
“Gepensioneerden zien hun koopkracht in zowel 2023 (0,5%) als 2024 (1,4%) in doorsnee groeien. In 2023 profiteren zij van de verhoging van de AOW, die is gekoppeld aan de verhoging van het wettelijk minimumloon. Daarnaast liggen de indexaties van de aanvullende pensioenen in 2023 (9,5%) en 2024 (3,6%) naar verwachting hoger dan de inflatie in beide jaren (respectievelijk 6,5% en 3,2%). Gepensioneerden met een aanvullend pensioen zien in 2024 wel een lagere pensioenindexatie (3,6%) dan de loongroei (5,0%), waardoor hun koopkracht minder hard groeit dan die van werkenden.”
In de bijlage is te zien hoe de spreiding in koopkracht is rond het gemiddelde pensioen in 2023 en 2024 is. Daaruit kunnen de volgende conclusies worden getrokken.
1. In 2023 is de koopkracht van een kwart van de 3,3 miljoen gepensioneerden tussen min 0,7% tot 0,0%, terwijl de te verwachten inflatie 6,5% (!) is. Voor driekwart van de pensioenen stijgt de koopkracht van 0,0% tot 1,8%. Deze koopkracht zou veel lager liggen indien het CPB niet zou zijn uitgegaan van 9,5% aan geschatte indexaties. Er wordt niet vermeld hoe het CPB aan dit hoge percentage komt. Heeft uw pensioenfonds uw pensioen in 2023 met 9,5% verhoogd? Bij velen niet.
Een grote schande dit onnodige verlies aan koopkracht van gepensioneerden dat is ontstaan door het onrecht van een onjuiste rekenrente in onze Pensioenwet.
2. In 2024 is de koopkracht van een derde van de 3,3 miljoen gepensioneerden net iets hoger dan 0,0%, terwijl de te verwachten inflatie 3,2% is. Voor twee derde van de pensioenen stijgt de koopkracht van 0,8% tot 2,8%. Deze koopkracht zou veel lager liggen indien het CPB niet zou zijn uitgegaan van 3,6% aan indexaties.
Op 15 maart zijn de Provinciale verkiezingen en in mei stemmen deze politieke bestuurders welke personen in de Eerste Kamer komen. Daar wordt beslist over het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen. De Tweede Kamer heeft vorig jaar dit wetsvoorstel aangenomen.
Voor waren ChristenUnie, D66, CDA, VVD, PvdA, GroenLinks, SGP en Volt.
Tegen waren SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, PvdD, BBB, JA21, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, PVV, FVD en Groep Van Haga. Tegen was ook 50PLUS.
De stemkeuze is eenvoudig; stemt u op ChristenUnie, D66, CDA, VVD, PvdA, GroenLinks, SGP of Volt, dan stemt u op een partij die het casino pensioen erdoor drukt.
Stemt u op één van de andere partijen zoals 50PLUS, SP, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, PvdD, BBB, JA21, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, PVV, FVD en Groep Van Haga, dan stemt u op een partij die uw pensioenbelangen beschermt. Het is maar om te weten.
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenhoud 13 maart 2023