Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Bij opgeven nominale zekerheid komt geen compensatie (16 mrt. 2020)

In de Eerste Kamer is op 10 maart overleg geweest met minister Koolmees over de toekomst van ons pensioenstelsel. Een videoverslag daarover is hier te zien. In het Financieel Dagblad stond de dag erop een samenvatting van dit overleg met de belangrijke vragen van 50PLUS senator Martin van Rooijen over het ‘invaren’ van de bestaande pensioenrechten in het nieuwe contract.

Het is raar om te verwachten dat gepensioneerden compensatie krijgen als zij nominale zekerheid opgeven, aldus minister Koolmees. Die verdwijnt juist om sneller te kunnen indexeren, aldus minister Koolmees. Hij gaf antwoord op een vraag van senator Martin van Rooijen (50Plus) die het overleg had aangevraagd. Voor Van Rooijen is het vanzelfsprekend dat gepensioneerden iets moeten terug krijgen als ze de nominale zekerheid opgeven. ‘Hoeveel animo verwacht de minister bij gepensioneerden, die al een korting van 20 procent hebben moeten accepteren om hun pensioen zeker te houden, om over te stappen naar een nieuw onzekerder stelsel?’, vroeg hij zich af over het invaren van bestaande rechten. ‘Worden de gepensioneerden gecompenseerd voor dit verlies aan zekerheid?’

Koolmees noemde dat een ‘raar’ uitgangspunt. ‘We laten die zekerheid juist vallen om sneller te kunnen indexeren; dat doen we ook voor de huidige gepensioneerden. De minister is het wel met Van Rooijen eens dat invaren een heikel punt is. ‘Hoe waardeer je het huidige contract ten opzichte van het nieuwe contract? Dat is de kern van de discussie.’ Invaren is ‘één van de grote punten die worden uitgevochten in de stuurgroep’, aldus de minister. Dit geldt zowel voor de waardering als voor de juridische houdbaarheid, zei hij. Het individuele bezwaarrecht van deelnemers bij een wijziging in hun pensioen is ook een belangrijk aandachtspunt.

Senator Ria Oomen-Ruijten (CDA), die ook bestuurslid is bij PWRI, zei dat de doorontwikkeling van het nieuwe contract alleen kans van slagen heeft als er iets verandert aan de risicovrije rente. ‘Als je de risicovrije rente er niet afhaalt, dan gaat dat contract voor mijn gevoel niet vliegen’, aldus Oomen. Ze formuleerde daarmee iets scherper kritiek op de rekenrente dan vorig jaar. In het debat over het bevriezen van de AOW-leeftijd merkte ze toen op dat haar fractie er moeite mee heeft om vol te houden dat ‘de risicovrije rente de enige manier is om buffers te bereiken’, aldus FD.

Het gaat hierbij over de door minister Koolmees en de politiek gewenste overdracht van bestaande pensioenrechten uit het huidige stelsel met een toegezegde pensioenuitkering in een nieuw stelsel waarbij de toezegging vervalt. Er blijft dan een jaarlijks wisselende hoeveelheid kapitaal per gepensioneerde over om het pensioen uit te betalen. Bij de pensioenrechten horen echter wel de belegde middelen die gepensioneerden als deelnemer volgens hun arbeidsvoorwaarden hebben opgebouwd door de betaalde premies met het gemaakte rendement. Dat is circa twee derde van de huidige pensioenpot van € 1554 miljard, die de minister wil gebruiken om de afschaffing van de doorsneepremieregeling te financieren ter compensatie van oudere deelnemers. Weg achterstallige indexaties en nog groetere kansen op kortingen.

Tegen deze dreigende onteigening strijden wij door.