Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

2019 wordt spannend jaar, maar geen reden tot paniek (14 jan. 2019)

Voor pensioenfondsen wacht een belangrijk jaar. Door de tegenvallende resultaten op de beurs en de lage rente zijn de dekkingsgraden afgelopen jaar flink gedaald. In november liep het pensioenoverleg spaak. Als dit jaar de beurs weer tegenvalt moet er volgend jaar waarschijnlijk gekort gaan worden op pensioenen. Moeten we ons zorgen maken?

 Het valt allemaal wel mee. Dit was te verwachten, 2018 was een slecht beursjaar. De rente is ook gezakt, dat doet de dekkingsgraden niet goed. Er zijn regels rondom de pensioenen. Een aantal fondsen kunnen in 2020 gaan korten als de beurs dit jaar weer tegenvalt. De metaalfondsen staan er op dit moment het slechtst voor. In het ergste geval zouden die fondsen in 2020 dan de pensioenen moeten korten met één procent. Ook de dekkingsgraden van pensioenfonds ABP en PFZW komen in het gevaar, maar die houden het nog wel een jaar vol zonder te korten.’’

Nederland heeft het beste pensioenstelsel ter wereld blijkt uit een groot internationaal onderzoek. In de Global Pension Index, een studie van pensioenadviesbureau Mercer waarbij de stelsels van 34 landen worden vergeleken, komt het Nederlands model als beste uit de bus. Maar daarin wordt ook onze AOW meegerekend, eigen woning en dergelijke

Nu het pensioenoverleg is geklapt wacht Iedereen op de Provinciale Staten verkiezingen. De verwachting is dat er daarna wel weer gepraat gaat worden en hopelijk met resultaat. Zo niet dan moet er dus in sommige gevallen in 2020 gekort worden. Sinds de crisis zijn pensioenen overigens al niet meer meegestegen met de hogere prijzen. Dus eigenlijk worden pensioenen nu ook al een soort van gekort. Er kunnen drie dingen gebeuren mocht zo'n overleg weer klappen. De beurzen kunnen dit jaar natuurlijk herstellen, de politiek kan toch een nieuw pensioenakkoord afsluiten of het kabinet past de regels rondom de dekkingsgraden aan. Dat zou het korten nog kunnen tegenhouden

Koolmees houdt zich niet aan de Pensioenwet
De Raad van State (RvS) vindt het onjuist dat de financiering voor VPL-aanspraken (opvolger van de VUT) niet kostendekkend hoeft te zijn. Het duidelijke advies om dit niet toe te staan, heeft minister Koolmees van Sociale Zaken naast zich neergelegd. Een dergelijke tegemoetkoming betekent immers dat ook pensioenspaarders zoals gepensioneerden die 'part noch deel' hebben aan de overgangsregeling eraan moeten meebetalen, aldus de RvS.

De onafhankelijke toezichthouder DNB had eerder al gesteld dat pensioenfondsen een kostendekkende VPL-premie moeten betalen.  Ook volgens de RvS gaat deze te lage premie  ten koste van het pensioenvermogen als pensioenfondsen een minder dan kostendekkend tarief (een gedempte pensioenpremie) gebruiken voor de inkoop van VPL-aanspraken. ‘Daarmee komt dit verlies ten laste van de reguliere pensioenaanspraken van alle deelnemers van het pensioenfonds. Dit staat haaks op de uitgangspunten van het pensioenstelsel’, aldus de RvS in een advies dat deze week is gepubliceerd in de Staatscourant (zie bijlage). Dat gaat overwegend ten koste van de gepensioneerden. Het gewijzigde besluit is sinds eind december 2018 van kracht. Daarmee gaat pensioenvermogen naar de VPL. Het wordt tijd dat de rechter vaststelt dat de overheid niet boven de wet staat.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 14 januari 2019