4 december 2011
Het is opvallend hoe slecht de media met het begrip ‘solidariteit’ omgaan. De journaliste Mirella van Markus wist tijdens een TV uitzending een goed opgeleide werkende jongeman die voorstander is van individuele pensioenopbouw en als oudere zelf zijn zorg wil regelen, niet te confronteren met zijn niet-solidair zijn met een zwakzinnige zoon van een vader naast hem die nooit zal werken of pensioen opbouwen en alleen maar zorg moet hebben. Maar hij had geen idee wat een pensioen aan opbouw kost. Het aanwezige Hoofd financiële zaken van PGGM gaf als voorbeeld iemand met een gewenst pensioen van € 30.000 en daar heeft hij op zijn pensioendatum € 1 miljoen kapitaal voor nodig. Aan premie kost dat € 350.000 en het resterende bedrag van € 650.000 moet uit de beleggingsopbrengst komen. Dat bedrag werd toen uitgebreid besproken en niet hoe belangrijk het is om de risico’s in het leven met elkaar te delen.
Van de NVOG mocht ik de volgende informatie overnemen. Dat zijn de rapporten van het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) Koopkracht 2001-2010 (zie bijlage ) en Koopkracht van 65-plussers 2011-2012 (zie bijlage ). Want het blijkt dat het in de vorige nieuwsbrief geciteerde rapport van het SCP alleen de koopkracht van de pensioenen tot € 10.000 p.j. is onderzocht voor nieuwe gepensioneerden en die stijging was positief voor aanvullend pensioenen met AOW. En ook het ministerie van SZW kijkt alleen maar naar nieuwe aanvullende pensioenen tot € 10.000 p.j. Maar hoe heeft de koopkracht zich ontwikkeld voor alle bestaande gepensioneerden?
(klik op tabel voor vergroting)
Uit deze cijfers blijkt dat in de periode 2001-2010 de alleenstaande gepensioneerden en echtparen met een aanvullend pensioen van € 10.000 of meer al flink ingeleverd hebben. En in 2012 leveren beide groepen met een aanvullend pensioen vanaf € 20.000 weer flink in qua koopkracht, vooral door de verhoogde inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringwet. Zie vooral de periode 2001-2012 met de grote daling van de koopkracht vanaf € 20.000 en dan is er ook nog de veelal achterblijvende indexatie van de pensioenen.