Skip to main content

Nieuwsbrieven Pensioenbehoud

Opvallende conclusies in pensioenrapport Netspar (11 maart 2013)

De conclusie van de recente Netspar studie Herverdeling door pensioenregelingen  (zie bijlage) vermeldt dat de studie uit twee delen bestaat. In het eerste deel zijn de verschillen in levensverwachting gepresenteerd tussen mannen en vrouwen en tussen personen van verschillend opleiding­sniveau. Hoogopgeleiden en vrouwen blijken een aanzienlijk hogere levensverwachting te hebben dan laagopgeleiden en mannen.Er zijn geen statistisch significante indicaties dat deze verschillen groter of kleiner aan het worden zijn.

In het tweede deel is, met behulp van deze gegevens, de herverdeling tussen verschillende sociaaleconomische groepen door het collectieve Nederlandse pensioenstelsel in kaart gebracht. Hierbij zijn de eerste pijler (aow) en de tweede pijler (aanvullende pensioenen) in onderlinge samenhang beschouwd. De studie laat zien dat er forse overdrachten plaatsvinden in de collectieve pensioenen, met name in de aow. De aow-regeling herverdeelt enerzijds van hoog- naar laagopgeleiden en anderzijds van mannen naar vrouwen. Deze herverdeling wordt gedreven door verschillen in levensinkomen: hoogopgeleiden verdienen over hun leven gemiddeld meer dan laagopgeleiden en dragen daardoor meer bij aan de financiering; hetzelfde geldt voor mannen in vergelijking tot vrouwen. De recente stijging in de levensverwachting heeft de herverdeling in de aow vergroot, terwijl de maatregelen uit het regeerakkoord de herverdeling verkleinen. Het regeerakkoord heft de effecten van de gestegen levensverwachting grotendeels op.

Bij de aanvullende pensioenen zijn er ook overdrachten van mannen naar vrouwen. Anders dan bij de aow vinden deze echter tussen sociaaleconomische groepen plaats van laag- naar hoogopgeleiden. Vergeleken met de aow zijn deze overdrachten echter zeer beperkt, zodat de uitkomsten voor beide regelingen tezamen volledig worden bepaald door de aow. De herverdeling die er is, wordt vooral veroorzaakt door verschillen in levensver­wachting. De pensioenregelingen in de tweede pijler houden in de premie- en opbouwregels géén rekening met dergelijke verschillen. Omdat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen, pakt de herverdeling in de tweede pijler gunstig uit voor vrouwelijke deelnemers en ongunstig voor mannelijke deelnemers. Hetzelfde geldt voor hoogopgeleiden in vergelijking met laagopgeleiden.

De conclusie uit deze studie is dat  de verontwaardiging van de politieke jongerenorganisaties niet terecht is, al zijn er wel verbeteringen mogelijk in ons pensioenstelsel. De prijs van solidariteit is niet zo hoog als wordt voorgesteld door deze jongeren.

De Nederlandsche Bank geeft een overzicht van vijf jaar over pensioenen De onderstaande tabel geeft een goed overzicht over de periode 2008 t/m 2012 van wat er is gebeurd met onze pensioenen:

 

Indexatie

Geen Indexatie

Geen korting

276 fondsen
3,6 miljoen actieve deelnemers
7,4 miljoen slapers en gepensioneerden

30 fondsen
0,1 miljoen actieve deelnemers
0,2 miljoen slapers en gepensioneerden

Korting

64 fondsen
1,9 miljoen actieve deelnemers
3,4 miljoen slapers en gepensioneerden

11 fondsen
0,1 miljoen actieve deelnemers
0,2 miljoen slapers en gepensioneerden

Al met al worden 5,6 miljoen mensen gekort op hun pensioen, waarvan 0,3 miljoen de laatste 5 jaar tevens géén indexatie hebben gehad. Dat lijkt weinig, maar gemiddeld betekent dat 6,3% koopkrachtverlies volgens Plus Online. Bovendien door een belastingmaatregel in januari kregen de gepensioneerden ook al tot 5% minder netto  inkomen. De grote pensioenkortingen tot wel 7%  per   1 april zullen dan ook hard aankomen. En dat allemaal door een onjuiste rekenrente waarover de KNVG voorzitter Martin van Rooijen een goed beargumenteerde brief heeft geschreven aan de Tweede Kamer (zie bijlage). Laten we hopen dat het gezond verstand doorbreekt voor 1 april en dat de korting van de pensioenen voorlopig wordt opgeschort.

Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 11 maart 2013.