Overheid meet met twee maten bij vroegpensioen (30 sept. 2024)
Niet alleen gepensioneerden worden door de overheid gediscrimineerd, maar ook actieven onderling. Dat toont de onderstaande column van Martin Visser wel duidelijk aan.
“Met pensioen Het is ontzettend ongezond om urenlang op je bureaustoel geplakt te blijven tijdens je werk. Maar is bureau zitten daarmee een zwaar beroep? Nee toch? Daar denkt de overheid anders over. Wie 43 jaar non-stop bij de overheid heeft gewerkt, mag vervroegd met pensioen. Dat staat zowel in de cao voor rijksambtenaren als die voor gemeenteambtenaren. En als je vindt dat je echt niet meer kunt doorwerken, maar je haalt die 43 jaar bij de overheid niet, dan kun je na een gesprek met je leidinggevende misschien ook wel eerder weg.
De overheid heeft boter op het hoofd. De vorige minister Carola Schouten wilde de hele kwestie van het vroegpensioen liefst aan sociale partners overlaten. Vermoedelijk dacht ze: ik heb al een kluif gehad aan het nieuwe pensioen door de Kamer te loodsen, het zal mijn tijd wel duren. Haar opvolger Eddy van Hijum pakt het wel op, maar hamert erop dat vroegpensioen (RVU) geen generieke regeling mag zijn. Het is echt alleen bedoeld voor mensen met zwaar werk. Misschien beginnen met de eigen cao?
Ook Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) heeft een pakje boter op z’n hoofd. Hij benadrukt dat we met z’n allen meer moeten gaan werken. Vergrijzing en arbeidsmarkttekorten, de bekende riedel. Helemaal waar. Maar als een DNB’er tegen zijn chef zegt: „Ik heb een heel zwaar leven”, dan staat de ’Regeling Bedrijfs-AOW’ wagenwijd open. Enige eis: minstens vijf jaar arbeidsverleden bij DNB. Superzwaar beroep ook: geldpers aanzwengelen, beleidsnota’s schrijven, toezicht houden op vervelende bankiers en Knot van economische analyses voorzien.
Het is moeilijker voor iemand in de bouw of bij de politie om twee of drie jaar eerder te stoppen met werken via de Regeling Vervroegd Uittreden dan voor een ambtenaar of een centrale bankier. Bizar toch?
De onderhandelingen over het vroegpensioen zijn totaal uit de rails gelopen. Eerst vond de politiek dat dit echt een polderkwestie was. Alsof het niet een overheidstaak is om te zorgen dat we bestand zijn tegen de vergrijzing en om te zorgen dat er voldoende handjes beschikbaar blijven om al het werk in dit land te doen? Werkgevers wilden zo’n beetje niks. Zij daagden braaf op bij alle overlegjes maar zagen het nut van een verlengde vroegpensioenregeling niet echt in.
De vakbonden begonnen dit thema steeds meer te zien als speeltje. Met strategisch ingezette stakingen konden ze zieltjes winnen. Die acties gingen gewoon door toen minister Van Hijum een serieus bod op tafel had gelegd. Een vreemde gang van zaken. Zeker als je ziet dat de drie hoofdeisen van de FNV (een permanente regeling, financieel iets uitgebreider, uit te werken op cao-niveau) alle drie al in het voorstel van de minister staan. Hoezo leg je dan het OV nog plat?
Het is vrij simpel: er moet een regeling komen die iets aantrekkelijker is voor lagere inkomens, specifiek toegespitst op mensen die aantoonbaar zwaar werk verrichten. Hou dan ook op met die onderhandelingsspelletjes en schrap alle vroegpensioenregelingen voor kampioen bureauzitters.”
Weer wordt de burger niet centraal gesteld in onze rechtstaat, maar de overheid als werkgever stelt wel zichzelf centraal met haar eigen doelen en die betreffen helaas niet de werknemers in het bedrijfsleven. Het wordt tijd dat die instelling van de overheid als werkgever wordt gewijzigd, maar te vrezen is dat een ander beleid door de overheid als medewetgever niet gebeurd wordt zonder grote maatschappelijke druk.
Nieuwsbrief van de Stichting Pensioenbehoud van 30 september 2024